Nico Schukking 

Het overlijden van Nico Schukking op 17 januari 2011, twee dagen na de laatste bijeenkomst van het Reünie Orkest Artillerie Trompetterkorps (ROA) werd door alle vrijwilligers van het ROA en het NAM (het Nederlands Artillerie Museum, waar hij in de vorige week nog de receptie had bezet) met grote verbazing en ongeloof ontvangen. Het was ons bekend dat hij vorig jaar een aantal zware operaties had ondergaan, maar daar was de laatste tijd niets meer van te merken. Ik ken Nico sinds juni 2004 en heb samen met hem vele werkzaamheden voor dat orkest uitgevoerd. We kwamen meestal als eerste en gingen als laatste weg. Ook bij het museum heb ik regelmatig met hem contact gehad.

Nico wilde zelf muziek maken
Nico meldde zich bij het ROA nadat hij een bezoek had gebracht aan een van onze concerten. Hij was een liefhebber van militaire muziek en vroeg of er plaats voor hem was bij het ROA. De voorwaarden daarvoor zijn dat je als dienstplichtig muzikant bij het ATK moet hebben gespeeld of dat je bij de Artillerie moet hebben gediend (dat deed Nico want hij was opgekomen op het Depot Artillerie in Ossendrecht) en dat je een flinke dosis muzikale affiniteit moet hebben. Dat was bij Nico wat minder ondanks verwoede pogingen om zijn slagwerk te verbeteren. Na een gesprek met onze dirigent en het sectiehoofd is toen besloten dat hij mijn rechterhand zou worden om alles te regelen dat niet direct met muziek maken van doen had. Urenlang heb ik met hem zitten praten wat hij allemaal zou willen doen en moest ik hem afremmen in zijn enthousiasme. Zo had hij al contact gezocht bij de Nederlandse ambassades in Londen en Parijs om daar een optreden te regelen voor het ROA. Prachtig natuurlijk maar het ROA was (naar mijn mening) nog absoluut niet toe om op dat niveau een topprestatie te leveren.

Nico was een doener
Nico zat vol met ideeën, wilde daar graag over praten en dan ook uitvoeren. En hij was niet te beroerd om daar zelf ook aan meewerken. Om u enkele voorbeelden te geven: de Artiestenbar (de huidige ontvangst- en opslagruimte van het ROA) op de kazerne in 't Harde is voor het grootste deel door hem schoongemaakt, opgeknapt en ingericht. Tijdens de buitenlandse reis van het ROA naar Edinburgh reed Nico de personencombi. Samen met hem heb ik de ceremoniële uniformen versleept naar de kleermaker in Baarn. Het laten vervaardigen van de muziekbanier van het ROA was ook een initiatief van Nico; hij was tenslotte niet voor niets banierdrager (tot zijn knieën waren versleten). Bij optredens was hij als kwartiermaker vroeg ter plaatse aanwezig en ging pas weg als de laatste muzikanten weer waren vertrokken. Koffie zetten voor de muzikanten op de kazerne bij de zaterdagse muziekrepetitie was de lust van z'n leven; slechts 1x was ik eerder op de kazerne, maar toen was ik daar ook blijven slapen.

Nico was een gezelligheidsmens met een eigen gevoel voor humor
Dat niet iedereen bij het orkest zijn initiatieven en zijn manier van optreden kon waarderen, heeft hem op een gegeven moment ook doen besluiten om te stoppen met het ROA en is hij vrijwilliger geworden bij het Nederlands Artillerie Museum (het NAM, ook in 't Harde). In die periode had hij zijn werkzame periode als buschauffeur afgesloten en wilde hij toch graag onder de mensen blijven. Bij het NAM heeft hij eerst werkzaamheden verricht bij de groep Groot en Rollend Materieel (mede vanwege zijn busrijbewijs). Samen met een andere vrijwilliger heeft Nico (in gezelschap van Rita) op menige verzamelbeurs en rommelmarkt een verkoopstand van het NAM bemand om overtollige militaria te gelde te maken. Hierbij kwam zijn spreekvaardigheid zeer van pas. Ook had hij zijn wekelijkse bezetting van de receptie van het NAM mocht hij vele bezoekers ontvangen. Zijn collega-receptionist heeft mij in vertrouwen verteld dat hij blij was dat zijn vrouw hem naar huis reed omdat Nico hem helemaal suf had gekletst.

Nico was een gevoelsmens
Op een gegeven moment (enkele jaren geleden) had ik weer een gesprek met Nico en vroeg hij mij of hij niet weer terug mocht komen bij het ROA, waarin ik heb toegestemd. Op 25 maart 2007 deed Nico belijdenis in de Grote Kerk in Apeldoorn en bij die gelegenheid is er bij het ROA (naar aanleiding van zijn verzoek) voor het eerst een blazersensemble geformeerd dat de dienst muzikaal ondersteunde. Het was een unieke ervaring. Na afloop kregen we het verzoek van de dominee of we nog eens terug wilden komen. Dat dit vanwege de begrafenis van Nico zou zijn, had niemand kunnen vermoeden.

Nico's laatste actie bij het ROA
De start voor het ROA in 2011 begon met een goede muziekrepetitie op zaterdag 15 januari, waarbij er een prima opkomst was. Net als altijd had Nico zijn koffiekannen en gebak klaar voor de muzikanten en kreeg ik de opdracht om de volgende keer een scherper taartsnijmes te regelen.
Nico hield van veel soorten muziek. Hij had mij die ochtend verteld over een balletuitvoering van het Zwanenmeer. Vorig jaar had hij mij uitgebreid geïnformeerd over de Queen-musical die hij had bijgewoond. Het zal hem veel plezier hebben gedaan dat het ROA dit jaar de Bohemian Rapsodie op haar repertoire heeft gezet en die middag ook dat muziekstuk repeteerde.
Na afloop van de repetitie zat ik te praten met vertegenwoordigers van de Nationale Taptoe in Rotterdam. Nico had de leiding in de Artiestenbar en had daar (weer) het hoogste woord. Bijna aan het eind van die bespreking kwam Nico naar ons toe en vertelde mij dat alle muzikanten weer huiswaarts waren gegaan en dat hij alles had opgeruimd. Hij wenste ons een prettig weekend en tot de volgende bijeenkomst op 5 februari. Alleen die volgende keer zal hij er niet meer bij zijn en zullen we hem en zijn aparte Amsterdamse gevoel voor humor zeker missen.

Namens de medewerkers van het ROA en het NAM wens ik Rita, Louise en hun familie veel sterkte met her verlies van Nico in deze moeilijke periode.

Het was zijn collega's van het ROA een eer om ook tijdens de uitvaartdienst van Nico een muzikale bijdrage te mogen leveren en bij zijn graf de Taptoe Bereden Wapens te laten klinken.

Nico, rust in vrede.